<< Terug naar categorie
Schenking en successie
- 18 -
september
2020

Het einde van de ´kaasroute´



De schenking blijft de meest eenvoudige en meest gebruikte manier om aan successieplanning te doen. De tarieven in de schenkbelasting liggen immers significant lager dan die van de erfbelasting. Meer zelfs, in sommige gevallen blijft een schenking volledig onbelast, zoals bij de hand- en bankgift. En ook de ongeregistreerde schenking van roerende goederen voor een buitenlandse notaris ontsnapt aan de schenkbelasting. Die zogenaamde kaasroute – er werd gewoonlijk voor een Nederlandse of Zwitserse notaris gekozen – lag al enkele jaren onder vuur en zou nu vanaf 1 december 2020 afgesloten worden.

 

Waarom wordt een schenking voor een buitenlandse notaris vrijgesteld?

De schenkbelasting is verschuldigd wanneer de schenking in België wordt geregistreerd. En daar schuilt hem net de opportuniteit: de wet vereist enkel voor schenkingen voor een Belgische notaris (en voor de schenking van een in België gelegen onroerend goed) een registratie. En zo kan een schenking van een roerend goed voor een buitenlandse notaris ongeregistreerd en dus ook onbelast gebeuren.

Ook daarom blijven de bank- en handgift onbelast: de registratie is niet vereist.

 

Waarom dan niet alles schenken voor een Nederlandse notaris?

Zo eenvoudig is het uiteraard niet: de schenking van een onroerend goed die in België is gelegen, dient immers alsnog in België te worden geregistreerd. En dan zijn desalniettemin schenkbelastingen verschuldigd. En, net omdat die bank- en handgift niet geregistreerd moeten worden, kunnen gewone roerende goederen nog best op die manier worden geschonken. En met ‘gewone’ roerende goederen bedoelen we geldsommen, kunstwerken, oldtimers,… alles wat geen aandelen zijn. Want, hoewel hieromtrent wat controverse bestaat, stelt de meerderheid van de rechtsleer dat de schenking van aandelen op naam een notariële akte vereist.

De kaasroute werd dus voornamelijk voor de schenking van aandelen, gewoonlijk met voorbehoud van vruchtgebruik, gebruikt.

Bovendien, in een ongeregistreerde schenking schuilt steeds een risico: er zijn bij de schenking zelf dan wel geen schenkbelastingen verschuldigd, komt men binnen de 3 jaar na de schenking te overlijden, dan zijn op de waarde van die schenking wel erfbelastingen verschuldigd. En die tarieven zijn progressief en een pak hoger (in rechte lijn tot 27%) dan het vast tarief van 3% voor schenking in rechte lijn of tussen partners (of 7% aan anderen).

Voorbeeld: vader schenkt aandelen met een waarde van 500.000 euro voor de Nederlandse notaris aan zijn zoon. Er zijn geen schenkbelastingen verschuldigd. Maar komt vader te overlijden na 2 jaar, dan moet de zoon 87.000 euro erfbelasting betalen. Had vader daarentegen voor de Belgische notaris geschonken, dan was ‘maar’ 15.000 euro verschuldigd geweest bij de schenking (3% vast tarief voor schenkingen in rechte lijn).

 

Vanaf 1 december 2020

In principe heeft de schenker vanaf 1 december 2020 dus geen keuze meer: schenkt men roerende goederen voor een notaris, dan moet de akte geregistreerd worden en is schenkbelasting verschuldigd. Deze verplichting tot registratie rust, in tegenstelling tot de schenking voor een Belgische notaris in welk geval de notaris zelf de akte ter registratie dient aan te bieden, bij de contractspartijen.

Wil men dus voordelig schenken, dan moet naar de hand- of bankgift worden teruggegrepen. En ook de onrechtstreekse schenking zoals het kwijtschelden van een schuld dient alsnog niet geregistreerd te worden. Maar de schenking van aandelen is voortaan in beginsel [1]dus wel onderhevig aan schenkbelasting, tenzij op het Vlaams gunstregime voor familiebedrijven kan worden teruggevallen: de schenking van aandelen in de familiale vennootschap of onderneming blijft onbelast als aan een aantal voorwaarden is voldaan (lees hier).

[1] Niet onbelangrijke side-note: dit is nog geen wet. We wachten hieromtrent nog op het advies van de Raad van State, waarna het voorstel dan ook door de Kamer kan worden goedgekeurd. Maar er kan best van worden uitgegaan dat het bovenstaande tegen 1 december 2020 wet zal zijn.